Gevelverlichting of façadeverlichting is een vorm van buitenverlichting. Met gevelverlichting sla je twee vliegen in één klap. Je verlicht hiermee de omgeving, zodat je ziet waar je loopt en wat je aan het doen bent én je geeft de gevel van de woning of schuur een sfeervolle uitstraling. Bij bepaalde soorten woningen is het erg gewenst om gebruik te maken van gevelverlichting. Dit komt de uitstraling van de woning ten goede. Maar welk voltage moet je hanteren bij het aanleggen van gevelverlichting?
Waarom kiezen voor gevelverlichting?
Gevelverlichting is in vele soorten en maten te verkrijgen. Welke soort gevelverlichting je moet kiezen, is vooral afhankelijk van de soort gevel en aan welk soort verlichting je behoefte hebt. Is het een gevel van een schuur, bijgebouw of een woning? Is het belangrijk dat je goede verlichting hebt om te zien waar je mee bezig bent of moet de verlichting vooral sfeervol zijn? Gevelverlichting kan daarom van groot belang zijn, zowel om de omgeving van een goede verlichting te voorzien, maar ook om een sfeervolle omgeving te creëren. Voor klassieke of landelijke woning is de uitstraling zeer belangrijk. Met landelijke gevellampen maak je die uitstraling helemaal af. Bovendien staan twee landelijke muurlampen aan beide zijdes van de entree zeer stijlvol en luxueus. Ook voor een moderne woning kan verlichting voor de facade van groot belang zijn. Je kiest dan alleen voor moderne tot zeer moderne lampen.
Waar moet je op letten bij het voltage voor gevelverlichting?
Omdat gevelverlichting ook verlichting voor buitengebruik is, is het belangrijk om te letten op welk voltage je gebruikt bij het aanleggen hiervan. Thuis gebruik je normaliter wisselspanning op 220V of 230V. Dit is het voltage dat uit het stopcontact komt en waarmee de meeste apparaten werken. Wisselspanning wordt ook wel eens hoogspanning genoemd. Het is een hoge spanning waar je voorzichtig mee moet omgaan. Doe je dat niet, dan kunnen er ernstige ongelukken ontstaan. Anderzijds is er ook nog gelijkspanning oftewel laagspanning. Dit is 12V of 24V. Ook als leek kun je gemakkelijk gevelverlichting aanleggen, want in principe is dit een ongevaarlijke spanning. Maar omdat 220/230V de norm is, moet laagspanning gevelverlichting altijd een transformator hebben. De wisselspanning wordt hiermee omgezet naar gelijkspanning, om de verlichting te laten branden. Kijk ook of je plaats hebt om de transformator weg te bergen indien hij niet geïntegreerd is in de armatuur.
Voor welk voltage kies je?
Gevelverlichting is zowel verkrijgbaar in 220/230 Volt als in 12/24 Volt. Wil je de zekerheid van veilige verlichting en leg je de verlichting ook nog zelf aan? Kies dan voor laagspanning. Je moet weliswaar een transformator plaatsen, maar het werkt wel veel veiliger. Daarnaast is laagspanning ook veel veiliger in verband met de weersomstandigheden. Tijdens regen kan er vocht bij de lamp komen en dan is het wel zo prettig als je laagspanning hebt. Toch kun je facadeverlichting ook aansluiten op 220/230V. Het scheelt dan in ieder geval dat je geen transformator hoeft te plaatsen. Kies je voor lampen met de juiste IP-waarde, dan hoef jij je over vocht niet zoveel zorgen te maken. Bovendien is verlichting met dit voltage beter te regelen en in te stellen.
Kies de juiste IP graad
Voor façadeverlichting en eigenlijk alle soorten verlichting voor buiten, moet je letten op de IP-waarde van de lampen. Dit geeft namelijk aan hoe waterdicht je gevelverlichting is. Deze waarde heeft een tweetal cijfers. Het eerste cijfer geeft aan hoe hoog de bescherming is tegen vuil/stof. Het tweede cijfer geeft de hoogte van de bescherming tegen vocht aan. Dit is de belangrijkste waarde om op te letten. Voor gevelverlichting is een minimale IP44 waarde noodzakelijk, de lamp is dan spatwaterdicht. Kies je voor een hogere IP-waarde, dan is je gevelverlichting ook beschermd tegen langdurige sterke waterstralen.